- Wie zijn Ot en Sien
- Roden, dorp van Ot en Sien
- Het beeldje
- Ot en Sien in het Scheepstra Kabinet
- Ot en Sien de wereld in
- Ot en Sien bij uw activiteit?
Wie zijn Ot en Sien?
Ot en Sien zijn twee buurkinderen, een jongen en een meisje. Zij zijn de hoofdfiguren uit een serie Nederlandse kinderverhalen die in de eerste helft van de twintigste eeuw zeer populair waren. In 1904 schreef Hindericus Scheepstra samen met Jan Ligthart voor het eerst over Ot en Sien, in het boek “Nog bij Moeder”. Er zijn in totaal vier delen over deze kleuters verschenen. Cornelis Jetses verzorgde de bijbehorende illustraties.
De vier boekjes hebben een doorlopend verhaal. Het zijn warme verhaaltjes over de buurkinderen Ot en Sien, Trui, en al hun belevenissen thuis en op school. De taal is eenvoudig en de verhaaltjes gaan over de poes, de ton en het linnenrek. De boekjes schetsen allemaal aansprekende situaties uit het dagelijkse leven van veel Nederlandse kinderen in een groot deel van de vorige eeuw. Ook de voorwerpen schetsen een tijdsbeeld.
Tot 1970 werden de boekjes nog op school gelezen. Pas daarna zijn ze door moderner materiaal vervangen. Of dat modernere materiaal ook beter was? In elk geval is er nooit meer een leesmethode ontwikkeld die de immense populariteit van “Ot en Sien” zelfs maar benaderd heeft. Ot en Sien horen dus absoluut tot de beste kinderliteratuur van de twintigste eeuw.
Tot op heden leven Ot en Sien voort in de boekjes, maar ook in de herinnering van vele generaties die met Ot en Sien leerden lezen. Het tweetal vormt een deel van ons collectief geheugen en de prachtige tekeningen van Cornelis Jetses staan nog steeds afgebeeld op koektrommels, kopjes en andere voorwerpen. Ot en Sien zijn onsterfelijk.
Roden, dorp van Ot en Sien
Hindericus Scheepstra, Roden en Ot en Sien worden vaak in één adem genoemd. Hindericus maakte de twee Drentse kinderen wereldberoemd in Nederland en gaf daarmee een prachtig visitekaartje van Roden af. De verhalen speelden zich af op het Drentse platteland, in een klein dorpje waar het leven fijn was.
Zijn Roden stond symbool voor dit dorp en de sfeer en gemoedelijkheid die hij omschreef was typerend voor zijn geliefde ‘thuis’. Het Scheepstra Kabinet heeft samen met de Historische Vereniging Roon een speciale Ot en Sien wandelroute uitgebracht. Deze wandelroute is op diverse plaatsen in Roden aan te schaffen en is natuurlijk ook in het Scheepstra Kabinet verkrijgbaar voor € 1,50.
Roden mag zich met recht het Dorp van Ot en Sien noemen. Vanaf 6 januari 2015 is dit ook terug te zien bij de acht belangrijkste toegangswegen. Daar zijn onderborden geplaatst met de tekst ”Dorp van Ot en Sien”.
Het beeldje
Aan de Brink staat een beeld van Ot en Sien, gemaakt door Suze Boschma-Berkhout in 1969. Vroeger werden er replica’s van dit beeldje verkocht. Helaas worden ze momenteel niet meer geproduceerd. Uiteraard heeft het Scheepstra Kabinet getracht ze weer op de markt te krijgen maar dan zouden er gelijk tienduizend besteld moeten worden en dat is helaas niet haalbaar. Er zijn nog wel andere beeldjes op de markt gekomen. Deze zijn wel verkrijgbaar in het winkeltje van het Scheepstra Kabinet.
Ot en Sien in het Scheepstra Kabinet
Een museum over Hindericus Scheepstra is ondenkbaar zonder zijn twee bekendste geesteskinderen Ot en Sien. Als u voor de prachtige oude school staat en naar de grote ramen kijkt, leest u daar het eerste verhaaltje van Ot:
‘Ot, Ot!’
Ot hoort niet, dat zijn Moe hem roept.
‘Ot, waar ben je?’
Moe kijkt door het raam.
Ze ziet Ot niet.
Moe kijkt in de gang.
Daar is hij ook al niet.
‘Ot, Ot!’ Waar zit je dan toch , vent?’
‘Hier Moe!’
‘Waar is dat? In den tuin?
‘Ja, Moe!’
In het kabinet zelf vindt u natuurlijk de boekjes van Ot en Sien. Voor de jeugd is er een Ot en Sien-ton. Net als de kleuters vroeger vaak deden kunnen kinderen zich hierin terugtrekken. De ton is aangekleed met kussens en er staan boekjes om zelf te lezen. Ook kunnen ze zich laten voorlezen uit het boek van Ot en Sien. Er hangen hoofdtelefoons en met één druk op de knop horen ze de prachtige verhaaltjes over de twee buurkinderen. Tevens zijn er Ot en Sien verkleedkleren aanwezig en verschillende maten klompjes. En er kan met ouderwets speelgoed worden gespeeld, zowel buiten als binnen.
Bent u op zoek naar een leuk aandenken of een cadeautje van Ot en Sien dan bent u in ons winkeltje aan het goede adres. Er zijn onder andere verschillende soorten spelletjes, bekers, vingerhoedjes, magneetjes, geurzakjes, geurstokjes en tassen te koop.
Ot en Sien de wereld in
In het begin van de twintigste eeuw was het ongebruikelijk dat Nederlandse boeken werden vertaald en kinder- en schoolboeken al helemaal niet. Toch gingen Ot en Sien de wereld in. Het Nederlandse taalgebied was toen aanzienlijk groter dan nu. Behalve in Nederland leerden kinderen in Vlaanderen, Suriname, de Antillen, Nederlands-Indië en delen van Zuid-Afrika ook lezen met de boeken van Scheepstra en Ligthart. Maar de beschrijving van het dagelijks leven in ‘Nog bij moeder’ sloot amper aan bij de leefwereld van Nederlandse kinderen in Indië en daarom werden de boekjes speciaal voor het onderwijs in Nederlands-Indië bewerkt door A.F.Ph. Mann, een schoolmeester in Batavia. De boekjes werden door J.B. Wolters alleen in Indië uitgegeven. Tot 1935 werden deze uitgaven vele malen herdrukt met de tekeningen van Cornelis Jetses. Daarna verschenen nieuwe uitgaven met illustraties door Frits van Bemmel.
Wieteke van Dort en Willem Nijholt, die destijds populair waren met o.a. de Late Late Lien Show op televisie, brachten de verhaaltjes van de Indische Ot en Sien in 1977 uit op een LP. Pas in 1978 verschenen alle oorspronkelijke Indische deeltjes gebundeld bij A.W. Sijthoff in Nederland.
Maar ook buiten het Nederlandse taalgebied zijn de boeken van Scheepstra en Ligthart opgevallen. In Duitsland waren het vooral de bijzondere illustraties van Jetses die aanleiding gaven om een prentenboek uit te geven, gebaseerd op Ot en Sien, door Loewes Verlag in Stuttgart in 1908. Ot en Sien werden in het Duits Otto und Dina. Het lag in de bedoeling om meerdere deeltjes uit geven, gebaseerd op het werk van Scheepstra en Ligthart, maar het bleef bij dit ene boekje. Dit prentenboek werd een jaar later op zijn beurt door uitgeverij Wolters weer bewerkt voor de Nederlandse markt.
De verhalen van ‘Nog bij moeder’ en ‘Dichtbij huis’ kregen in 1905 ook een Franstalige bewerking, door de Haagse onderwijzeres Lucie Vos. Dit boekje werd vooral gebruikt bij het Franse onderwijs op Nederlandse scholen en was geïllustreerd door Johanna Midderich-Bokhorst. Ot en Sien werden Paul et Alice. Het boekje is een vrije bewerking, ook al zijn de verhaaltjes wel herkenbaar.
Een bijzonderheid is de Russische bewerking uit 1927 door Elena Jakovlevna Fortunatova en Loeiza Kárlovna Šleger, onder de titel “школа и деревня (Škola i derevnja = School en dorp).
De boekjes van Scheepstra en Ligthart zijn waarschijnlijk vóór de Eerste Wereldoorlog en Russische revolutie door Anna C. Croiset van der Kop, doctor in de Slavische talen, meegenomen naar Sint Petersburg en gebruikt als voorbeelden voor een onderwijsvernieuwing.
Ot en Sien werden Миха и Маша (Micha en Masja). Ook hier is sprake van een vrije bewerking, maar vele delen zijn zonder meer te herkennen als afkomstig uit Ot en Sien.
Ot en Sien bij uw activiteit?
Indien u een echte Ot en Sien bij een activiteit wilt inzetten kunt u dit aanvragen via: info@scheepstrakabinet.nl of telefonisch via 0646 791 410. Er wordt dan gekeken of we voor dat moment een Ot en Sien beschikbaar hebben. U betaalt slechts de reiskosten en een vrijwillige bijdrage aan het Scheepstra Kabinet.